De poortwachter kijkt in de richting van Arnhem. Daar kwamen de mensen vandaan die naar Huissen wilden. ,,De poortwachter hield in de gaten wie de stad inging en wie er uit. Hij moest het gespuis buiten de stad houden”,
De poortwachter kreeg een kleine vergoeding voor zijn taak. Hij moest er een hele dag voor zitten. Hij mocht ook een weiland in de nabijheid van de poort verpachten. Zo voorzag hij in het levensonderhoud van zijn gezin